Overleg Ambulancedienst en Huisartsenpost
Ambulanceverpleegkundige overlegt met regiearts op triagecentrum. De arts van dienst adviseert een pijnstillend medicament, dat de ambulanceverpleegkundige echter niet bij zich heeft. Daarop kiest de regiearts voor morfine. Deze medicatie heeft – blijkt retrospectief – voor maskering van de symptomen geleid en daardoor een behoorlijke delay voor de patiënt opgeleverd, met eindschade.
Naar aanleiding van het calamiteitenonderzoek zijn er stringentere afspraken gemaakt tussen de ambulancedienst en de huisartsenpost bij het voorschrijven van medicatie op advies van – zoals in deze casus – een regiearts.